Dat ook het weer van invloed kan zijn op de uitkomst van een juridische procedure, blijkt wel uit deze zaak. Door de aanhoudende regen draaide een festival met verlies. Een bedrijf dat de beveiliging regelde, kan niet worden betaald. De secretaris van de organiserende stichting wordt daarvoor persoonlijk aansprakelijk gesteld.

Een hiervoor speciaal opgerichte stichting organiseert een driedaags festival om het 200-jarig bestaan van een gemeente te vieren. De begroting is sluitend. Er is een gemeentelijke subsidie, er zijn sponsors en er zou geld binnenkomen van tickets en drankmunten.

Aanvullende offerte

Een beveiligingsbedrijf stuurt een offerte. De helft van dat bedrag wordt direct aanbetaald. Als de evenementenvergunning rond is, blijkt dat de gemeente extra eisen stelt aan de beveiliging. Het bedrijf stuurt een aanvullende offerte en een offerte voor de inzet van verkeersregelaars. De secretaris van de stichting accordeert dit. Ondertussen vragen andere opdrachtnemers van het festival alvast om betaling vooraf. Bestuursleden van de stichting schieten dat uit eigen zak of vanuit hun eigen bedrijf voor. Dat geld is door de stichting weer terugbetaald. Op de laatste dag geeft de secretaris het beveiligingsbedrijf nog een extra opdracht: voor de afbouw van het festival.

Bestuurdersaansprakelijkheid

Het festival sluit af met zwaar verlies, de stichting wordt failliet verklaard. Het beveiligingsbedrijf stelt de secretaris persoonlijk aansprakelijk voor de nog openstaande facturen. Volgens de wet is van bestuurdersaansprakelijkheid alleen sprake als een bestuurder een voldoende ernstig en persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Dat geldt als hij wist of behoorde te weten dat de stichting haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Dat is hier aan de hand, oordeelt de rechtbank Oost-Brabant.

Uit eigen zak betalen

Toen de secretaris de aanvullende offerte van het beveiligingsbedrijf goedkeurde – enkele dagen vóór het festival – wist hij dat het weer slecht zou zijn. Er kwamen veel minder bezoekers en degenen die er wel waren consumeerden veel minder dan verwacht. De omzet uit de muntverkoop was minder dan de helft dan begroot. De secretaris had bij het aangaan van de offerte kunnen weten dat de inkomsten zouden tegenvallen en dat de stichting haar verplichtingen jegens het beveiligingsbedrijf niet zou kunnen nakomen. Dat geldt ook voor de opdracht voor extra beveiliging op de laatste festivaldag: toen wist de secretaris bijna zeker dat de inkomsten te laag waren om de beveiliger te kunnen betalen. De secretaris is dan ook aansprakelijk voor de schade die het beveiligingsbedrijf heeft geleden door zijn toezeggingen. Samen met de proceskosten, die de secretaris als verliezende partij moet betalen, komt het neer op ruim € 10.000, die hij uit eigen zak moet betalen.

ECLI:NL:RBOBR:2023:215

Bron:Rechtbank Oost-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBOBR:2023:215| 24-01-2023